Wisconsin Card Sorting Test

0.00

Test voor abstract redeneervermogen en mentale flexibiliteit

Dit is de geautomatiseerde versie van de Wisconsin Card Sorting Test. Meetpretentie van de test is onderzoek naar het niveau van het abstracte redeneervermogen en mentale flexibiliteit. De testpersoon moet associatieve verbindingen leggen tussen het aangeboden stimulusmateriaal en steeds wisselende sorteerprincipes. Op het scherm staat vast bovenaan een rij kaarten (zie figuur). Op deze kaarten staan symbolen afgebeeld, die van elkaar verschillen in kleur (rood, groen, geel, blauw), vorm (driehoek, ster, kruis, cirkel), en aantal (1 t/m 4). Onderaan het scherm komt steeds een nieuwe stimuluskaart. Elke stimuluskaart moet verplaatst worden naar het vak onder de kaart met de juiste sorteer-categorie (kleur, vorm, aantal). Na feedback over de correctheid van het antwoord komt de volgende stimuluskaart. Feedback kan visueel (woorden “GOED” of “FOUT”), of akoestisch (hoge of lage toon), of in beide vormen tegelijk, worden gegeven.

De wijze waarop de stimuluskaart verplaatst moet worden kan ingesteld worden. Standaard instelling is klikken met de muis op de doelpositie in de middelste rij. Maar ook intikken van een van de cijfers 1-4 is mogelijk, eventueel op een externe button box, of door tikken met de vinger bij gebruik van een aanraakscherm. Voordat de test begint kan de responswijze even geoefend worden. De test kan zodanig worden ingesteld dat feedback (Goed of Fout) onmiddellijk na verplaatsing van de stimuluskaart komt, of dat eerst op een bevestigingsknop moet worden gedrukt. In het laatste geval kan de keuze nog worden herzien of gecorrigeerd.

Na 10 opeenvolgend correcte trials (instelbaar aantal) wordt het sorteerprincipe gewijzigd. Standaard in de test geldt als maximum 6 sorteerprincipes (instelbaar), in de volgorde: Kleur, Vorm, Aantal, Kleur, Vorm, Aantal (volgorde ook instelbaar). De test wordt beëindigd na 128 trials of eerder na het voltooien van het ingestelde aantal sorteerprincipes. De test wordt afgebroken als de participant zoveel fouten maakt dat na 64 trials het eerste principe nog niet ontdekt is.

De voornaamste uitkomstmaten per sorteerprincipe betreffen het aantal perseveraties, aantal andere fouten, aantal correct, aantal gebruikte kaarten, de benodigde tijd, en ‘set maintenance’ (het aantal keer dat minimaal 5 opeenvolgende keren een correct antwoord werd gegeven, maar toch niet 10 correcte reacties werden gehaald), alsmede het aantal voltooide categorieën. Daarnaast wordt nog een “globale score” berekend (combinatie van aantal gebruikte kaarten en aantal voltooide categorieën).

Voor de individuele diagnostiek zijn er normgegevens van 4 leeftijdsgroepen (7-17 jaar, 18-30, 31-45 en 46-63 jaar) bestaande uit mannen en vrouwen bij wie de test met Minds werd afgenomen. Daarnaast is het ook mogelijk via het rapportprogramma te kiezen voor gepubliceerde leeftijdsnormen van Spreen & Strauss (1991) voor volwassenen (tot 94 jaar), of van Chelune & Baer (1986) voor kinderleeftijden (kinderen van 6-12 jaar).  De norm-variabelen betreffen o.a. het percentage correct, aantal voltooide sorteerrondes, het totaal aantal perseveraties, de score voor ‘set maintenance’, en de globale score. Via het rapport kan een interpretatie worden gegenereerd.