IAT: Impliciete Associatie Test

0.00

Test voor het bepalen van impliciete vooroordelen

Deze test voor het impliciet meten van vooroordelen is gebaseerd op de Implicit Association Theory van Greenwald (2003). In (standaard) zeven blokken (A t/m G) dienen plaatjes en/of woorden gesorteerd te worden in twee verschillende categoriesystemen, die over de hele test afzonderlijk en gecombineerd voorkomen. Er is een categorie-systeem “Doelgroep”, bijvoorbeeld autochtoon vs allochtoon, en een categorie-systeem “Attribuut”, bijvoorbeeld goed vs slecht. Steeds moet gekozen worden tussen een button links op het scherm en een button rechts. De reactiewijze kan echter ook ingesteld worden op 2 verschillende toetsen op het toetsenbord, of 2 knoppen op een externe button box. Er is onmiddellijk feedback bij een fout en deze dient onmiddellijk gecorrigeerd te worden. Fouten en reactietijden (RT) worden in elk blok geregistreerd.

In blok A gaat het ter oefening om het sorteren (plaatjes of woorden) naar de twee categorieën van de Doelgroep dimensie. In blok B gaat het om sorteren (oefening) van woorden naar de twee categorieën van de Attribuut dimensie. Blokken C en D zijn combinaties van blokken A en B, d.w.z. doelgroepstimuli en attribuut-stimuli worden door elkaar aangeboden en elke stimulus moet in één van de categoriesystemen gesorteerd worden.

Blok E is identiek aan blok A behalve dat vanaf dit blok de plaatsen van de doelgroep-categorieën (links/rechts op het scherm) verwisseld zijn. Blokken F en G zijn weer de combinaties van doelgroepstimuli en attribuutstimuli, maar ook weer met de doelgroep-categorieën verwisseld.

In de uitwerking worden geheel volgens het scoringsprotocol van Greenwald (2003) de reactietijden gestandaardiseerd en de gemiddelde RT van blokken C en D afgetrokken van die  uit blokken F en G. Dit vormt de “IAT-score”. Interpretatie van deze score: hoe hoger deze verschilscore hoe sterker het impliciete vooroordeel.

Beschikbare Thema’s in deze test in Minds zijn tot nu toe:

  • Asielzoekers: 12 verschillende afbeeldingen in de Doelgroep dimensie, 12 verschillende woorden in de Attribuut dimensie. Taak: sorteren foto’s op NEDERLANDER/ASIELZOEKER, woorden sorteren op GOED/SLECHT
  • Religie: 12 plaatjes sorteren op CHRISTEN/MOSLIM, 12 woorden sorteren op GOED/SLECHT
  • Criminaliteit: 12 foto’s Autochtoon/allochtoon, 12 woorden sorteren op crimineel / niet-crimineel
  • Intelligentie: foto’s idem, 12 woorden sorteren op hoog IQ / laag IQ
  • Luiheid: foto’s idem, 12 woorden sorteren op actief / lui
  • Macht: 30 namen voor MANNEN en VROUWEN (groepsdimensie), en 28 woorden sorteren op STERK / ZWAK (attribuutdimensie)
  • Relatie: 30 namen voor MANNEN en VROUWEN (groepscategorie), en 28 woorden te sorteren op KOUD / WARM (attributen)
  • Gender: 16 woorden voor MANNEN en VROUWEN (groepscategorie), en 16 woorden sorteren op PRETTIG / ONPRETTIG (attributen)
  • Military: 16 woorden voor MILITAIRE en NIET-MILITAIRE BEROEPEN (groepscategorie), en 16 woorden te sorteren op MANNELIJKE en VROUWELIJKE TREKKEN (attributen)

Op verzoek kunnen thema’s en stimuli (plaatjes in jpg of bmp format) worden toegevoegd.

Bij de individuele rapportage kan de behaalde IAT-score vergeleken worden met een normgroep. Er zijn normen (voor mannen en vrouwen afzonderlijk) van:

  • Psychologiestudenten (thema’s Asielzoekers, Religie, Macht, Relatie) ; N varieert tussen 282 en 1014.
  • Studenten politieacademie (thema Kracht/Gender); N  = 44 – 108
  • Mariniers (thema: Beroepen/Gender); N = 23 – 84.

Literatuur:

Greenwald, A.G., Nosek, B.A. & Banaji, M.R. (2003). Understanding and using the Implicit Association Test: An improved scoring algorithm. Journal of personality and Social psychology, 85, 197-216.